In een zaak in Spaarnewoude is weer iemand vrijgesproken van overtreding van artikel 430a. In dit geval was de beklaagde bloot op een dag buiten het tijdvak dat de gemeente had aangewezen voor naaktrecreatie. Het was 23 maart 2011 en het was 18 graden en strak zonnig (bron KNMI). De “verdachte” maakte van dit prachtige voorjaarsweer gebruik en ging naar het door de gemeente aangewezen naaktstrand. Niets aan de hand zou je zeggen. Helaas, dus toch. Volgens de gemeente is het strand alleen geschikt van 1 mei tot 30 september. En daarbuiten is het dus in de visie van de gemeente verboden. Helaas voor de gemeente kent artikel 430a geen tijdsbepaling. Een gebied is geschikt of is niet geschikt.

Bonnenquotum

Zou nog lucratief kunnen worden voor de politie als we komend jaar het wereldrecord skinny dippen op 1 januari bij de NFN nieuwjaarsduik zouden willen verbeteren. 800×100€ is toch 80.000€. Kun je lekker vroeg in het jaar van start met het bonnenquotum.

De schikking van Herman van der Helm

Ongeldig artikel

In het geval van Spaarnewoude was het artikel dat naaktrecreatie verbiedt buiten de door de gemeente aangewezen gebieden ongeldig, omdat het in tegenspraak is met Artikel 430a. Dit geldt dus ook voor de nader te stellen regels op bijvoorbeeld borden, zoals de gestelde periode van 1 mei tot 30 september. Zou ook een mooie boel wezen. Op 30 april mag je niet in je blootje en op 1 april wel. Het moet met de betutteling niet veel gekker worden.

Artikel 2.9 (was 2.8) uit Algemene Verordening Recreatieschap Spaarnwoude

Artikel 430a

Artikel 430a blijkt door veel bestuurders heel slecht begrepen te zijn. Ook in Spaarnewoude bakken ze er niks van. Zij denken nog steeds dat het niet is toegestaan om naakt te recreëren buiten de aangewezen gebieden. Ze missen steeds weer dat ene zinsdeel : “die voor ongeklede recreatie niet geschikt is

De toelichting op artikel 2.9

Betekenis van het vonnis

Volgens mij betekent de uitspraak van de rechter in het geval Spaarnewoude, dat elke bepaling in de gemeentelijke verordeningen die naaktrecreatie verbiedt – zelfs buiten het door de gemeente aangewezen terrein – ongeldig is en dus geen grond kan zijn voor bekeuring. Logischerwijze volgde er dus vrijspraak, net als in Delft zal gebeuren.

Ik lees het vonnis zo:

  1. De “verdachte” was geverbaliseerd op grond van artikel 2.8 lid 1 Algemene Verordening Recreatieschap Spaarnwoude (dit is in de nieuwe bepaling artikel 2.9 geworden)
  2. Art 2.8 lid 1 Algemene Verordening Recreatieschap Spaarnwoude is in strijd met artikel 430a
  3. Art 2.8 lid 1 Algemene Verordening Recreatieschap Spaarnwoude is dus ongeldig
  4. Verdachte moet dus worden vrijgesproken

Jubileumjaar

Het is heel jammer dat het ruim 2 jaar heeft geduurd. Het is te hopen dat het in Delft allemaal niet zo lang gaat duren. Het is allemaal na te lezen op rechtspraak.nl Het artikel 430a is 25 oktober 1984 door de tweede kamer gekomen. Dat 30-jarig jubileum moeten we vieren volgend jaar.

Profetische woorden

Schutte van de GPV heeft nog geprobeerd om de rechtszekerheid van de burgers te vergroten ten aanzien van 430a door middel van een amendement. Hij wilde het zinsdeel «die voor ongeklede recreatie niet geschikt is» schrappen. Is hem niet gelukt, gelukkig. Hij had hierbij alleen steun van het GPV, de RPF, de SGP, het CDA en Janmaat. In zijn toelichting voorspelt hij Delftse toestanden. “Gevreesd moet worden dat deze tweeledige bepaling in veel gemeenten tot (rechts)onzekerheid zal leiden.” Dat waren toch profetische woorden.