De NFN stelt dat de weersomstandigheden en het tijdstip van de dag bepalen of een plek geschikt is voor naaktrecreatie. Ik ben het hier niet mee eens. Ik vind dat de plek geschikt is of niet en dat je zelf mag uit maken of het weer en het tijdstip geschikt zijn.
Ongeschikt
Ik geef toe dat het niet logisch is om midden in een herfststorm bloot op het strand te gaan liggen. Maar na de sauna een blote duik in de vaart, dat kan best, ook als het niet zo mooi weer is. En op een zwoele zomeravond wat langer blijven hangen op het strand is ook niet zo gek, zelfs niet als het al wat donker wordt. Ik zou dat soort argumenten dus liever niet hanteren.
Geschikt
Ik zou het wat positiever willen benaderen. Het gaat wat mij betreft niet over de tijd, maar wel over de plaats. En als we het nu eens zo zouden formuleren: “Elke plek waar volgens de gewoonte zwemkledij geaccepteerd is, is natuurlijk ook geschikt voor naaktrecreatie”. Je wordt toch ook niet in bikini bekeurd in november in de regen? Waarom bloot dan wel?
Ben het hier wel mee eens geloof ik.
Ben het geheel met je stelling onder het kopje geschikt eens.
En ongeschikt?
Wie bepaalt voor ons welke plek ongeschikt is?
Volgens WA 430a is elke plek geschikt mist deze niet vanaf de openbare weg te zien is.
Zolang er geen voet of fietspad ligt, of een weg waar auto’s rijden is elke plek dus geschikt.
Of dit nu hartje zomer is of midden in de winter.
De Neo-paganisten hebben diverse gebeurtenissen/vieringen/rituelen die in midden in de nacht vallen, bij zonsopgang of zonsondergang e.d.. Niet zelden zijn de gelovigen hierbij naakt.
Tja, hoezo tijdstip van de dag?
Of bedoelde de minister iets totaal anders? Ik denk het wel.
“De NFN stelt dat de weersomstandigheden en het tijdstip van de dag bepalen of een plek geschikt is voor naaktrecreatie.”
De NFN heeft ook moeite, net zoals velen, met het juist lezen van de uitspraak van de Hoge raad. De NFN zegt op hun website:
“De zaak liep zelfs tot de Hoge Raad. Deze formuleerde duidelijke criteria waaraan je de geschiktheid kan toetsen:
– de maatschappelijke opvattingen rond naaktrecreatie (en eventuele veranderingen hierin);
– ongevraagde of ongewilde confrontatie met naaktrecreanten;
– verstoring van de openbare orde.”
De Hoge Raad zei echter wat anders:
“De beantwoording van de vraag welke voor het openbaar verkeer bestemde, niet door de gemeenteraad aangewezen, plaatsen niet geschikt zijn voor ongeklede recreatie, hangt af van de omstandigheden van het geval zodat een algemene regel daaromtrent niet valt te geven.”
Let dus op de passage “zodat een algemene regel daaromtrent niet valt te geven.” De Hoge Raad vervolgt met “…onder meer van belang kan zijn…”. Dat laat eigenlijk vrijwel alles open.
Niks “duidelijke criteria”. Of toch? Zie hieronder…
Alleen de “omstandigheden van het geval” en “zodat een algemene regel daaromtrent niet valt te geven”. De diender en OM zitten dus fout als deze met een algemene regel komen!
Nu kan iemand niet zomaar een nogal vaag wetsartikel worden tegengeworpen, het Lex Certa beginsel. Het is dan ook de bedoeling van artikel 430a dat naaktrecreatie juist niet strafbaar is, behoudens zeer overduidelijke overtredingen.