Maandagochtend kwamen Ivo, Tessa en Bambam aan boord. Eerst maar eens koffie, en daarna boodschappen in Dokkum. Het weer leek aardig, maar ’s middag zou het kunnen gaan regenen. Na de lunch in Dokkum-stad gingen we naar de lokale supermarkt. Daar hebben we na de boodschappen zowat een uur staan schuilen, tot het enigszins ophield met regenen. Het was een complete wolkbreuk. Omdat het die hele dag is blijven regenen en stortregenen hebben we besloten om maar niet te gaan varen. Morgen is er weer een dag. En er was beter weer beloofd: Matige wind en een zonnetje. En vooral droog.
Toen we de volgende dag opstonden regende het nog, maar tegen de tijd dat we gingen zeilen was het wel droog. Alleen de wind. Dat was Noordwest 6-7. Veel te koud voor Tessa. En veel te veel om de Westereems over te steken. We zijn dus tot onder Rottumerplaat gevaren, op alleen de fok. Dat ging goed. Daar hebben we overnacht. Bambam heeft zich keurig gedragen, maar hij had wel wat moeite met de golven. Gelukkig hadden we met de wind mee geen buiswater. Daar zou hij later nog mee te maken krijgen. En er was beter weer beloofd: Matige wind en een zonnetje.
Op woensdag wilden we graag naar Juist. Ik wilde immers het Duitse wad halen. En we moesten uiterlijk zondag weer terug zijn in Lauwersoog, omdat Ivo en Tessa natuurlijk weer zouden moeten werken. Met voor de hele week westenwind voorspeld, moesten we dus eerst maar zo ver mogelijk zien te komen. Alleen viel die woensdag de wind achter Borkum helemaal weg. Dus dan maar op de motor naar Juist. Dat bleek nog een hele reis, te zijn, maar de 10pk Sabb hield zich goed. En de brandstoftank lijkt wel onuitputtelijk. Onderweg hebben we veel zeehonden gezien tussen Borkum en Memmert. Daar kom je ook heel dicht langs. In de haven van Juist liepen we vast, omdat we volgens een andere schipper Gutmenschen zijn. Er stond op de steiger waar ik wilde aanleggen, dat het voor schepen vanaf 14m was. Dus – braaf als ik ben – wilde ik wegdraaien naar een andere steiger. En daar draaiden we zo een bultje op midden in de haven. En Bambam moest echt naar de wal. En Tessa eigenlijk ook. Gelukkig mochten we het rubberbootje van een vriendelijke Nederlander lenen. Dus dat was oplosbaar. We hebben lange lijnen gezet, en de wekker, zodat we ’s nachts netjes naar de steiger zouden kunnen verhalen. Al met al een geslaagde dag. Alleen geen wind, maar er was beter weer beloofd: Matige wind en een zonnetje.
Donderdag hebben we op Juist gestruind. Dat was leuk. Ik was er al lang niet meer geweest. Ivo ook niet, en voor Tessa was het nieuw. Met het middagtij zouden we naar Borkum. En natuurlijk was er veel wind, en was het ook weer koud. Tessa heeft veel binnen gezeten, en Bambam ook. Die had weer veel last van de golven, en dus kwam hij vaak naar buiten. Maar bij het eerste beetje buiswater stoof hij dan steeds weer naar binnen, om dicht bij Tessa te gaan zitten. En we hebben wat buiswater gehad. Het was windkracht 6-7, terwijl er weer 4-5 was voorspeld. Het schouwtje hield het wel mooi bij hoge golven op de Osterems. Dat was voor mij wel de eerste ervaring met echt goed hoge golven. In het vaarwater achter Borkum kregen we veel stroom tegen en ook veel wind. Daar hebben we de motor aangezet. Dat was lastig voor de 10pk, maar het ging net. Het was de vraag of Borkum zouden halen, want op het wantij is het daar behoorlijk ondiep. En niet alle prikken staan er, dus soms is het een beetje gokken. En het lukte dus inderdaad niet. We liepen net buiten de geul vast op een stukje waar zo laat in het seizoen de prikken waren verdwenen. Weer geen piña colada voor Tessa. En de hond moest weer op het Wad uitgelaten worden. Maar gelukkig, er was beter weer beloofd: Matige wind en een zonnetje.
Vrijdagochtend zijn we op de motor weer verder gevaren naar Borkum, waar we de dag hebben doorgebracht. Vandaag scheen er voor het eerst een zonnetje. Ik had Borkum omschreven als het Mallorca van de Waddenzee. Tessa concludeerde dat ik Benidorm had bedoeld. Met al het buiswater op de Osterems was mijn 12V-telefoonlader gesneuveld. En daar kan ik niet zonder. Ik moest dus op Borkum een nieuwe scoren. Ik heb echter op heel Borkum nog geen usb-kabeltje aangetroffen. Er werden zelfs geen fancy hoesjes voor mobieltjes verkocht. Er is 1 elektronicazaakje, maar dat was dicht. Ivo en Tessa hadden “gelukkig” bij de Woolworth, een soort Action wel een inferieur product aangetroffen. Mij maakte het niet uit, als het maar werkte. En dat leek goed te gaan. ’s Avonds hebben we de zeilen gehesen en zijn we de Westereems overgestoken. Inmiddels was het windkracht 3-4 uit het westen. Dat ging dus heel mooi. Tessa heeft zelfs even buiten gezeten, tot het haar toch weer te koud werd, ondanks lange broek, maritieme trui, en warme jas. De wind nam ook weer toe tot 5. We hebben overnacht vlakbij de “Carol-boei“. We lagen op de Mothoek, 1 mijl ten oosten van de SP12. Het bleek daar heel hard te stromen. We creëerden daardoor naast het schip onze eigen plaat, waardoor we zo konden uitstappen. Waar we gelegen hadden ontstond een diepe kuil. We hebben het Wad daar voor altijd veranderd. Als zich daar een nieuwe geul vormt, dan komt dat door ons verblijf daar. We zouden hierna nog 1 of 2 dagen doorvaren om al dan niet via Schier naar Lauwersoog te gaan. Er was beter weer beloofd: Matige wind en een zonnetje.
Zaterdag was het weer geen mooi weer. Het was Tessa duidelijk. Lauwersoog was mooi genoeg. Schiermonnikoog moet nog maar even wachten. We hebben gewacht tot het middaghoogwater en hadden toen nog best een kluif om tegen wind naar Lauwersoog te varen. Tessa zat weer veel binnen, met Bambam. In Lauwersoog aangekomen bleken we ook nog op tijd om nog te kunnen eten in één van mijn twee favoriete visrestaurants, ‘t Ailand.
We hebben het gelukkig wel heel gezellig gehad, met zijn vieren.